Stiefzus verleidt stiefbroer: Een taboe zomerromantiek

In de zwoele hitte van een zomerse middag staat een jonge vrouw met haar stiefbroer alleen in huis. De lucht is dik van de spanning zoals ze hun vleselijke verlangens nooit hebben verkend. De stiefbroers, een lange, gespierde man, is zich terdege bewust van het wulpse figuur van zijn zussen, maar hij heeft het nooit toegestaan om dergelijke gedachten te vermaken. De hitte van de dag en de nabijheid van hun lichamen ontsteken echter een vonk van nieuwsgierigheid. De vrouw, met haar weelderige rondingen en verleidelijke glimlach, is een lust voor het oog. Terwijl ze op de bank zitten, is de lijn tussen broer en zus wazig, waardoor een manier wordt geboden om hartstochtelijk verlangens uit te wisselen. De vingers van de broers ontsteken een spoor van haar lichaam, noch een pad dat de vlammende kont van hun broers kan ontsteken, noch het vlammen van de vlamming van hun lijtige lichamen kunnen hen beiden een vonkje van nieuwsgisheid doen ontbranden. Dit instinct is een rauwend verlangen, het taboe van liefde dat alle andere lichamen kan verkennen, het is een verboden verlangen om ons te verkennen.